Concert ter gelegenheid van het feest van Sint-Martinus - Wezemaal
Je kan de stukken beluisteren door op de titel te klikken.
Prelude, Fuga & Chaconne in C Major (BuxWV 137)
Dieterich Buxtehude (1637 – 1707, Deens-Duitse componist)
De Prelude start met een pedaalsolo, gevolgd door de prelude zelf. Oorspronkelijk was de prelude een soort improvisatie, die vlak voor het ‘echte’ werk werd gespeeld, de fuga.
Bij de fuga spelen meerstemmigheid en gevarieerde herhaling de hoofdrol. Het thema van de fuga zal eerst éénstemmig gespeeld worden, nadien wordt deze geimiteerd in de andere stemmen, aangevuld met tegenthema’s en tussenspelen.
Het laatste deel, de Chaconne is aanvankelijk een dans, waarbij de melodie in de baslijn ligt.
Adagio uit het Concerto in A Mineur (BWV 593)
Johan Sebastian Bach (1685 – 1750, Duitse componist)
Dit werk is oorspronkelijk gecomponeerd door Vivaldi voor violen, strijkers en basso continuo, waarbij Bach hiervan een bewerking gemaakt heeft voor orgel. Het maken van deze bewerkingen hebben een belangrijke aanzet gegeven tot het ontwikkelen van zijn eigen muzikale stijl.
Het adagio, het tweede deel uit dit Concerto is een muziekstuk gespeeld in en langzaam, comfortabel tempo.
Fuga in D Major (BWV 532)
Johan Sebastian Bach (1685 – 1750, Duitse componist)
Het thema van deze fuga bestaat uit 8 maten. In dit werk is de muziekvorm zeer herkenbaar, doordat het thema steeds zeer herkenbaar is in de verschillende stemmen en in de pedaal. Door de snelheid waarmee dit werk uitgevoerd wordt, maakt dit dat de pedaallijn een mooie uitdaging is die met zeer veel precisie moet gespeeld worden.
Nun komm, der Heiden Heiland (BWV 659)
Johan Sebastian Bach (1685 – 1750, Duitse componist)
Dit werk is een koraal uit de ’18 Leipziger Koralen’. Een koraal is gebaseerd op de de melodie van een kerklied. Dit koraal betekent “Kom, Heiland der volkeren”. Met dit religieuze lied wordt tijdens de adventsperiode de verwachting van de terugkomst van de Messias voelbaar gemaakt.
Couplet, Domine Deus, Agnus Dei
François Couperin (1668 – 1733, Frans Componist)
Dit werk is de vijfde couplet uit de Gloria, welke komt uit de Messe pour les couvents, uit ‘Pièces d’orgue’.
Cornet Voluntary
John Travers (1703 – 1758, Engels componist)
In de muziek is de ‘Voluntary’ een muziekstuk, meestal voor orgel, dat meestal gespeeld wordt voor of na de kerkdienstdienst. De titel ‘Voluntary’ wordt zeer vaak gebruikt door Engelse componisten.
Een orgel is als een heel orkest in één instrument. Er kunnen zoveel verschillende klanken mee geproduceerd worden. In dit werk wordt de kornet op de voorgrond gebracht. Een kornet is in het orkest een koperen blaasinstrument. Zijn toon bevindt zich tussen de bugel (minder mild) en de trompet (duidelijk milder).
Passacaglia & Fuga in C Minor (BWV 582)
Johan Sebastian Bach (1685 - 1750)
Dit orgelwerk is één van zijn belangrijkste en meest bekende werken. Robert Schumann beschreef de variaties van de Passacaglia als “zo ingenieus dat je nooit kan ophouden versteld te staan”. Het werk start met het ostinato, de telkens herhaalde baslijn die het fundament van een passacaglia vormen. Het werk bestaat niet uit de gebruikelijke vijf à zes variaties, maar maar liefst uit 20 variaties! De baslijn wordt ook nog eens gesplitst en opgevat als twee afzonderlijke thema’s die, vergezeld van een derde thema, het materiaal vormen voor een ingenieuze fuga, waarbij dus 3 verschillende thema’s door elkaar klinken. Dit maakt het voor de speler dus een hele opgave deze alle 3 hoorbaar te maken voor zijn publiek.